Onteigening in ‘nieuwe jas’
Onteigenen is al zo oud als de weg naar Rome. De wet is gemaakt in 1851. Op dat moment was de wet voornamelijk bedoeld voor de aanleg van nieuwe spoorlijnen. Wilde vroeger de koning iets realiseren dan moest de ‘gewone man’ daarvoor wijken. Gelukkig is dat niet meer zo, en hebben we een door Thorbecke geschreven onteigeningswet. Het doel van deze wet was, en is nog steeds, om het ‘zomaar’ afnemen van iemands eigendom onmogelijk te maken. Alvorens er tot onteigening kan worden overgegaan moet er namelijk een wettelijke procedure worden gevolgd.
Algemeen nut
Voor een onteigening is het o.a. van belang dat de aankoop door de overheid dient voor het Algemeen Nut. Voor dit Algemeen Nut zijn in de huidige wet een aantal ‘titels’ vastgesteld. Meestal wordt gebruik gemaakt van onteigening voor infrastructuur en anders voor uitvoer van een bestemmingsplan.
Koninklijk Besluit wordt verleden tijd
Om te gaan onteigenen wordt een besluit van de Kroon gevraagd (koning en de ministers). Als alle noodzakelijke toetsen en inspraak rondes zijn geweest volgt een Koninklijk Besluit. Tijdens de procedure voor het Koninklijk Besluit, maar ook voordat er daadwerkelijk kan worden onteigend, moet de overheid proberen er met de eigenaar en andere belanghebbenden uit te komen voor wat betreft de schadeloosstelling. Lukt dat niet dan volgt een gerechtelijke procedure waarbij de rechtbank zich uitspreekt over de onteigening en de gevolgde procedure. Vervolgens wordt ook de schadeloosstelling door de rechtbank vastgesteld. Dit laatste gebeurt alleen als partijen geen overeenstemming hebben kunnen bereiken.
De nieuwe Omgevingswet en onteigening
In de nieuwe Omgevingswet vervalt de rol van de ‘Kroon’ (koning en ministers). Een gemeente, een waterschap, een provincie of een minister (bestuursorgaan) kunnen voortaan tot een onteigeningsbeschikking besluiten. Hoe werkt dit:
1. Het bevoegde bestuursorgaan legt een ontwerpbeschikking ter inzage en er volgt een uniforme openbare voorbereidingsprocedure. Belanghebbenden kunnen zienswijzen indienen. Na vaststelling van de beschikking wordt deze openbaar bekendgemaakt en ter inzage gelegd.
2. De beschikking moet daarna worden voorgelegd aan de rechtbank voor bestuursrecht. Hierbij kunnen belanghebbenden bedenkingen indienen. Wanneer de rechtbank de beschikking bekrachtigd kan door belanghebbenden hoger beroep worden ingesteld.
3. Nadat na een eventueel hoger beroep, de beschikking definitief is, kan de onteigening juridisch worden uitgevoerd.
4. De onteigenaar moet, indien nodig, vervolgens de civiele rechtbank vragen de schadeloosstelling vast te stellen als er minnelijk geen oplossing is bereikt.
Al met al een behoorlijke wijziging van de onteigeningswet. Belangrijk om te weten is het zeker, want straks besluiten gemeenteraden, waterschap en besturen over onteigening i.p.v. de Kroon.
Advies nodig
Wanneer u denkt dat onteigening zal worden ingezet om uw eigendom of recht te ontnemen, neem dan tijdig contact met ons op. Zolang er geen beschikking is, is een goede of ruime schadevergoeding het enige middel om uw eigendom of recht te verweren.
Het is daarom zaak de procedure goed te volgen, bedenkingen in te dienen en mogelijk zelfs in hoger beroep gaan.
Voor een goede schadeloosstelling zijn wij graag bereid u te adviseren en de onderhandelingen hierover met de onteigenaar te doen. Zo weet u zeker dat u financieel niets tekort komt!